Dierenarts: “Wie van zijn kat houdt, laat hem niet zonder toezicht buiten loslopen”.

Volgens gepensioneerd dierenarts Jan Hooimeijer is het buiten zonder toezicht laten loslopen van de huiskat een vorm van verwaarlozing. Veel eigenaren van katten onttrekken zich aan hun verantwoordelijkheid om hun huisdier te beschermen tegen onnodige risico’s.  Dit schrijft Hooimeijer in zijn boek ‘Wij missen onze Minou!’ dat vandaag aan het grote publiek wordt gepresenteerd.

Hooimeijer (Rotterdam, 1953) groeide op met de koeien, schapen en kippen van zijn opa. Het omgaan met het gedrag en het welzijn van dieren is hem met de paplepel ingegeven. Toen hij een dierenarts het leven van een hond zag redden, besloot Hooimeijer dat hij ook dierenarts wilde worden. In 1982 studeerde hij af als dierenarts.   

De fascinatie voor het onderwerp loslopende huiskatten ontstond toen de auteur als student meedeed aan onderzoek naar doodgereden vogels. Tijdens het onderzoek stuitte hij ook op doodgereden katten. Toen vroeg hij zich voor het eerst af waarom katteneigenaren hun kat lieten doodrijden: “Eigenaren zijn immers verantwoordelijk voor het welzijn van hun huisdieren”.

Naarmate de jaren verstreken kwam Hooimeijer met meer negatieve aspecten van het loslopen van huiskatten in aanraking. Hij moest huiskatten met spoed behandelen aan ontstoken bijtwonden of na een aanrijding in het verkeer. Later behandelde hij veel vogels die gewond waren geraakt na een aanval door een kat. De doorslag om het boek te gaan schrijven was volgens de schrijver het gebrek aan voorlichting aan katteneigenaren: “Dierenartsen wijzen de eigenaren van loslopende huiskatten niet op de risico’s”. Volgens hem wordt er ook geen aandacht besteed aan de risico’s voor de volksgezondheid, de verkeersveiligheid en de wilde dieren die door katten worden gedood. De auteur raakte bovendien teleurgesteld in dierenbeschermers, natuurbeschermers en de politiek. Die houden zich volgens Hooimeijer muisstil: “Niemand durft honderdduizenden katteneigenaren tegen de haren in te strijken”.

De belangrijkste boodschap van het boek is dat de eigenaar verplicht is om de huiskat te beschermen tegen onnodige risico’s. Dit is volgens de schrijver vastgelegd in de Wet Dieren. De auteur schrijft dat dit bij honden vanzelfsprekend wordt gevonden: “Als een loslopende hond zonder toezicht losloopt en wordt aangereden dan vinden we dat de eigenaar verantwoordelijk is”. Volgens het boek geldt wettelijk gezien hetzelfde voor de huiskat. Verder wijst de auteur op de risico’s voor mensen: “De huiskat verspreidt in zijn ontlasting parasieten die bij zwangere vrouwen kunnen leiden tot een miskraam. Daar staan katteneigenaren onvoldoende bij stil”.

Het is volgens de gepensioneerde dierenarts dan ook een misvatting dat de huiskat een gemakkelijk gezelschapsdier is: “Een huiskat heeft dagelijks zonlicht en frisse lucht nodig. Een kattenbaasje kan van de tuin of balkon een buitengelegenheid maken. Wie geen buitengelegenheid heeft, kan de kat meerdere keren per dag aan de lijn uitlaten zoals hondeneigenaren dat heel gewoon vinden”.

Jan Hooimeijer is in 1983 begonnen als dierenarts in Meppel en heeft sinds zijn pensionering een vogeladviespraktijk. Het boek “Wij missen onze Minou” is te verkrijgen via www.adviespraktijkvoorvogels.nl